zaterdag 14 januari 2012

Stellies, het varken genaamd Napoleon en multiculturele Smarties!


Dag Belgium!
Het is alweer een tijdje geleden dat ik mijn blog een update heb gegeven dus zet je maar schrap voor een lekker pak nieuwe verhalen!
Ik ben hier nu sinds anderhalve maand in Stellenbosch en het lijkt me of ik hier in een ander land woon. Alles is anders: de wegen, de mensen, de gebouwen, de scholen, de stadsdynamiek en zoverder en zo voort. Ik verblijf momenteel bij een gemeenteraadslid van Stellenbosch, de vrolijke Johannie en haar echtgenoot Pierre. Beiden zijn ze Afrikaners (blank) en behandelen me echt EXTREEM goed. Het leven verloopt hier lekker gestaag maar alles vliegt o zo snel voorbij! Ik krijg rillingen bij de gedachte dat ik al in de helft van mijn project zit, brr! Maar ik loop op de zaken vooruit, laat ik beginnen bij het begin en eindigen in het midden! Het einde is namelijk nog vijfenhalve maand verder!
Het grappige is dat Stellenbosch een heel internationale studentenstad is. Je hebt Afrikanen (van over het hele continent),  Noord- en Zuid-Amerikanen, Europeanen en een gezonde mengelmoes van enkele Aziatische landen, al zijn die in de minderheid want Stellenbosch uni is een Afrikaans sprekende universiteit en voor hen is het geen evidente taal om te leren. Maar de meest populaire mensen hier zijn vreemd genoeg geen van de bovenstaanden. U raadde het nooit maar Dilbekenaren  zijn hier bekender dan welke andere nationaliteit aanwezig. Best wel handig dat ik tot de groep behoor. mwaha. Laat ik mezelf nader verklaren. Enkele jaren geleden besloten Dilbeek en het Zuid-Afrikaanse Franschhoek elkaars zustergemeente te worden met economisch voordeel voor beide gemeenten. Later werd ook Stellenbosch de zustergemeente van Dilbeek daar Franschhoek eigenlijk slechts een deelgemeente van Stellenbosch is. Bingo, schot in de roos. Die roem als Dilbekenaar moet natuurlijk wel gerelativeerd worden, ik ben geen beroemdheid, ik ga niet op de foto met kinderen die ik niet ken en ik moet ook geen gebouwen inwijden, gelukkig. Ik bedoel dat, als men vraagt van waar je bent en zegt “Belgium, by Brussel” je een reactive krijgt in de trend van “oh dat is fijn”. Maar als je antwoordt met “ek es van Dilbeek”, dan krijg je vaker (maar niet altijd) een introductie tot wat je gesprekspartner doet, waar hij/zij familie heeft en of je geen zin hebt om eens een kijkje te komen nemen op die person zijn werk. Een HEEL fijn effect want het brengt je op (bij voorbaat mijn excuses voor het lange samenvoegsel vol schrijffouten mijn geliefde leerkrachten Nederlands) megauberfantastischvette plekken! Daarmee ben ik jullie natuurlijk een voorbeeld schuldig! In de eerste en tweede week van mijn aankomst kreeg ik het privilege mee te rijden met de gemotiveerde mensen van LAW ENFORCEMENT die momenteel de wet handhaven in ruige gebieden zonder vuurwapens, een puike prestatie die bij mij zeker een indruk heeft achtergelaten. Je ziet bij hen duidelijk dat discipline door respect in plaats van angst veel effectiever werkt, een fenomeen dat men terugvindt op meerdere plekken in Stellenbosch. Dat is voor wat verder in dit blogbericht, mijn excuses mes copains.
Daarna was het tijd voor vakantie met als bestemming: Hermanes! Deze baai is vooral gekend voor zijn grote walvispopulatie die je vooral kan bewonderen rond paartijd! Jammer genoeg was die net voorbij toen we aankwamen en waren er niet veel walvissen te bespeuren. Al klamp ik me vast aan dat klein beetje hoop dat ik er toch eentje heb gezien, al kon dat ook gewoon een golf zijn. Neen, het was een walvis, dat is interessanter. Hoe dan ook, Hermanes is voor mij een van de mooiste plekken die ik ooit heb mogen aanschouwen. Het is rustig, de mensen zijn er fijn en het is niet overtoeristisch. Misschien dat ik me hier een landhuis (of vijf) ga kopen eens ik oop de toekomstige pensioensleeftijd kom van 90 ofzo. Als je zo lang werkt dan verdien je wel een spaarpotje hoop ik. Haha. Genoeg gezeverd en tijd voor een serieuze noot, ik wil hier ooit echt wel komen wonen. Na wat dagen aan zee was het tijd om even naar huis te keren en tijd om kerstmis te vieren! Op en top Afrikaans deden we dat met een vierdaagse braai/potjekos. Ik denk dat ik in deze periode mijn natuurlijke zwembandjes heb gekweekt, een vrolijk feit want die reserves heb ik hier nodig! Eens kerstmis om de hoek was het tijd om weder te keren naar Hermanes voor nog wat dagen Hemelse kust. Lekker niets doen en toch een keertje uitgeweest daar in een club of “going clubbing” zoals men hier zegt. Een unieke ervaring weliswaar! Zoals eerder gezegd heb je hier nogal een machocultuur en dat toont zich dan door een fenomeen dat Afrikanen zelf “the Nightlife Big Five” noemen.  Heel wat gepronk en weinig gedans maar allemaal wel ontzettend fijne mensen!  Mijn chaperones wisten me welt e vertellen dat dit geen typisch Afrikaans feest is, iets wat ik ook verder in dit bericht zal verklaren! Na die paar dagen ataraxia was het tijd om me voor de bereiden voor de grote AFS-trip langs de oostkust.
Op nieuwjaarsdag vertrok ik gepakt en gezakt naar Cape Town Airport waar ik al snel de andere AFS’ers in de Kaap ontmoette. We warden begeleid door een koppel dat nogal centraal staat in het werken van AFS in de kaap, wat ook compleet anders is dan in de andere chapters. Na een vlucht van twee uur raprap de baggage oppikken en dan raprap (lees vijf uur wachten) de bus op. Toen die bus dan toch arriveerde was het eigenlijk wel het wachten waard. Het was namelijk een 4x4 vrachtwagen van een viertal meters hoog. Voor de kenners: moest Chuck Norris een Transformer zijn, dan zou hij er zo uitzien. Zelfs als passagier in dat ding voel je je stoer. Enfin, hop met die bus door Johannesburg naar de centrale ontmoetingsplaats waar alle studenten samenkwamen. In total waren we met 36 studenten (Aantallen in dalende lijn: Duitsland, Belgium, Zwitserland, Oostenrijk, Thailand, Denemarken, Noorwegen, Paraguay, Brazil, Zweden, Spanje, Groenland en Canada). Wat me meteen opviel was dat niemand last had van verlegenheid of dergelijke, iedereen sprak met iedereen alsof ze elkaar al jaren kende. Een heel fijne sfeer dus! Na een maaltijd volgde er een briefing, daarna nog veel meer gebabbel. Jij weet wat jij hebt meegemaakt en dat de anderen dus minstens evenveel te vertellen hebben, iedereen deelde gedurende de hele trip verhalen met elkaar. En daaruit bleek dan dat iedereen heel wat met elkaar gemeen had waardoor we allemaal snel naar elkaar toegroeiden, dat was ook al een ervaring op zich. De volgende ochtend was het dan tijd om te vertrekken naar onze eerste bestemming… Krugerpark! Een natuurreservaat ter grootte van ons klein vaderland. We verbleven er in luxueuze tenten met een prachtig uitzicht. Hier stonden de gamewalks en drives op het programma, beiden met enkele nieuwe ervaringen tot gevolg! Vooral de gamewalk vond ik bijster interessant , zo beklommen we een heuveltje dat dan een termietennest bleek te zijn (ze hebben een botersmaak), leerden we de wondere wereld ontdekken van olifantenpoep die men rookt, gebruikt als thee en wordt gegeten door andere dieren omdat het zo vol zit met voedingsstoffen –ik heb gelukkig geen van bovenstaanden geprobeerd-, slangen, schorpioenen (ook de giftige), insecten, spinnen,… noem maar op! We zijn het tegengekomen en hebben erover geleerd. De gamedrive was niet zo goed, buiten het moment dat we plots door een grote kudde buffels warden omsingeld. Iedereen kon prachtige foto’s maken. Ik niet, mijn camera sloot zich blijkbaar aan bij de NMBS en ging in staking. Baler. De volgende dagen trokken we verder en bezochten onder andere de tweede grootste canyon in de wereld, het Afrikaanse Bokrijk, de Grenzen van Swaziland, Zululand en Durban. In die laatste hadden we toch wel een mooi hoogtepunt, een DOLFIJNENSHOW (!!!) en een zwaar zwembadfeestje dat werd uitgezonden op de radio. Ik had niet gedacht dat je zo hard kon feesten zonder spotlights, drank of kleren (op een zwembroek na natuurlijk). Het absolute hoogtepunt van die hele reis voor mij was wel zonder enige twijfel Drakensberg. We sliepen er onder de sterren en warden wakker met een zicht dat bestempeld is als werelderfgoed, paradijs. Buiten een reistrip was het ook zeker een teambuilding ervaring, op een relatief korte periode leer je een pak nieuwe mensen kennen die je vrienden worden en waarmee je zeker nog eens paden mee zal kruisen, al dan niet in Bangkok. Na die elfdaagse trip die meer het gevoel had van een weekend was het tijd om afscheid te nemen, redelijk emotioneel zo blijkt. Zo was ere en meisje van Noorwegen dat hard aan het snikken was omdat ze iemand niet meer ging zien die ze eigenlijk niet kende, maar het was ergens wel hartverwarmend om te zien. Goed, vliegtuig op, ontmoeting met Tannie en Oom die me meedeelden dat ik morgen naar school zou gaan en dan bedje in!
En dan nu, het reeds vooraf aangekondigde deel over de school hier! Ik kan het niet anders beschrijven als: WOW. Heel wat toppresterende scholen zijn nogal ijdel en heel vooringenomen maar hier niet. Het is een Afrikaans sprekende school die in de top 20 van het land staat met een slaagpercentage van 100 percent. Elke student krijgt de nodige zorg en aandacht, iedereen is vriendelijk en open, pesten is zo goed als onbestaande en het vreemde aan de hele zaak: er is geen schoolreglement maar wel uiterst veel discipline en bedrijvigheid. Hier kom ik terug bij mijn punt van vooraf. Het gezag in deze school is gebaseerd op respect, niet op angst. De zesdejaars hier helpen de lagere jaren, zien ze iets wat niet puik is dan grijpen ze zelf in zonder dat iemand van de staff dat zou moeten doen. Stellies (zoals de leerlingen zich hierzelf noemen) zijn jong en toch matuur tegelijkertijd. Ze kweken hier een moraal aan die snor zit op elk niveau. Een ander groot verschil met de scholen waar ik ben geweest zoals Mondeor High is het immense verschil in ‘school pride’. Hiermee wil ik geen kritiek geven op mijn voormalige school in Gauteng, ook daar vond je mensen met een fantastische persoonlijkheid, maar over het algemeen was er minder respect. Hier wordt de vlag voor zonsondergang gestreken, de uniformen zien er kraaknet uit, iedereen is glad geschoren en je vind geen enkel vuiltje op het schooldomein. Hun motto: “Semper Altior” schijnt enorm door. Om terug te komen op de relatie van de laatstejaars en de eerstejaars heb ik ook nog iets te vertellen. Ze hebben hier voor hen een soort ontgroening, al mag je dat word van de directive niet gebruiken omdat het zo’n slechte conotatie heeft. Het is op geen enkel vlak onaangenaam voor de eerstejaars, ze moeten enkele opdrachten doen op het schoolterrein om het te leren kennen, ze houden voedselgevechtenm trolleyraces, moeten gedurende een uur alles doen wat de laatstejaars hen bevelen (waarin ze niet te ver gaan) en worden eens goed bang gemaakt. In die laatste mocht ik meehelpen en dat was best wel prettig. Als inwijdingsritueel moet elke eerstejaar ook een steentje gaan halen uit een nabije rivier en worden die ingemetseld in de school, waarmee zee en ‘part of the family’ worden. Daarna kregen zee en schuimparty waarin ik ook mocht meedoen. Het is op deze gelegenheid dat ik trouwens een beetje heb geleerd om te sokkiedansen. Iets wat ze niet alleen op Afrikaner Musiek doen (vergelijkbaar met Schlager) maar ook op de sounds van Deadmau5. All in the name of good fun, and good fun it was. Fijn feit: op het einde van de fuif ging zo goed als niemand naar huis tot het hele auditorium was opgekuist. Wow.
Zo, dat was zo een beetje mijn laatste anderhalve maand. Zoals je ziet was het hectisch en fantastisch. Ik nader nu het midden van mijn verblijf en dat is vreemd… Nog enkele practische mededelingen lijken me nu wel belangrijk! Het Belgisch Olympisch team is hier aan het trainen, zo zag ik Tia Hellebout casually op straat lopen met haar kid en nog wat andere mensen wiens gezicht ik niet kon zien, waarschijnlijk de anderen want ze zagen er sportief uit. Wat de brieven betreft, weet ik niet of ik ze nog ga opsturen… De post hangt hier wel ok ineen maar alle post passeert langs Gauteng en daar denk ik dat men last heeft van  een vortex op het distributiecentrum want alles verdwijnt daar. Wat ik wel ga doen is ze schrijven en ze gewoon geven aan de mensen die me hun adres doorgeven bij mijn terugkeer. Ik weet dat het minder cool is dan ze opsturen, maar zo loop ik minder risico op het verliezen van mijn momentopnames die ik in die brieven heb neergeschreven… Dus jullie krijgen je brieven nog wel, alleen ben ik de postbode in plaats van de post! Verder, de mensen die zich geroepen te voelen om met mij wat te mailen, u bent baie welkom! antonvandyck@gmail.com is het adres. Je mag schrijven over wat je wil want ik ben eigenlijk echt wel heel nieuwsgierig naar hoe jullie het maken en wat jullie allemaal overkomt. :)

Ik denk dat jullie hier wel genoeg leesstof mee hebben waarde vrienden, familie, companen, huisdieren

Ik groet u en tot de volgende keer!
Tintin